dV-67 - Stichting Familiehistorie Westera Wilkens

Verveners & Turfdragers
Title
Ga naar de inhoud

Beter zoeken


Klakkeloos kopiëren is iets wat in de genealogie-wereld regelmatig gebeurt. Over Louis Alons is de afgelopen jaren dan ook veel letterlijk overgeschreven van wat al gepubliceerd was. Zonder enige controle.

Neem nou de geboorteplaats van Louis Alons. Er zijn nog steeds genealogen en (amateur-)historici die beweren dat hij geboren zou zijn op de plantage Rozentak op Curaçao. Dat is zeer onwaarschijnlijk, of eigenlijk onmogelijk. De plantage was op het moment dat Louis Alons werd geboren in 1754 of 1755 nog niet eens in het bezit van Arnold Padtbrugge. Padtbrugge kocht de plantage Rozentak in 1758, en in 1757 legateert Maria Klingenburgh het drietal Louis Alons, Sambo en Babbetje aan haar kleindochter Maria Kock, die getrouwd was met Arnold Padtbrugge. Hoe kan Louis Alons dan geboren zijn op de plantage Rozentak? Hij zal ergens geboren zijn op een plantage van de weduwe van Jan Kock.
Andere genealogen maken het nog bonter. Op de website waarvan hiernaast een printscreen staat, is niet alleen te lezen dat Louis Alons op de eerder genoemde plantage werd geboren, hier wordt ook nog beweerd dat Cornelis Star Lichtenvoort mogelijk de vader was van Louis Alons. Een simpele rekensom leert dat Cornelis Star Lichtenvoort in het geboortejaar van Louis Alons nog maar elf of twaalf jaar oud was. Bovendien was Cornelis in de Nederlanden en zeker niet op Curaçao.
Hoe Louis Alons leefde op Welgelegen en of de twee andere slaven ooit weer zijn teruggekeerd naar de plantage in Curaçao blijft onduidelijk.
Deze tekst komt uit de scriptie ‘De biografie van een veenborg’ over de borg Welgelegen in Kleinemeer. Er is inderdaad weinig terug te vinden over hoe Louis Alons leefde op Welgelegen. De aanvulling over de twee andere (voormalige) slaven is natuurlijk onjuist. Sambo en dochter Anna zijn teruggekeerd naar Curaçao, zoals op deze pagina’s is terug te lezen. Het is opmerkelijk dat de auteur van deze scriptie dat niet heeft weten te vinden, want zij heeft het in het begin van haar tekst over het archief waar de terugkeer van Sambo en Anna te vinden is.
In deze scriptie zult u verscheidene familiearchieven aantreffen. Eén van deze archieven behoort tot de familie Star-Nauta Carsten (Historisch Archief Midden-Groningen). Hier zijn stukken uit 1619 tot 2000 te achterhalen. In dit archief treffen we voornamelijk brieven die van persoonlijke aard zijn.
Ja inderdaad, in dit archief zijn brieven van Cornelis Star Lichtenvoort te vinden. En daarin schrijft hij over Louis Alons, over Sambo en Anna en hun terugkeer naar Curaçao.
Als de auteur van deze scriptie wat beter in die brieven had gezocht, was ook boven water gekomen dat Cornelis Star Lichtenvoort een oog verloren is tijdens de jacht. De informatie over de jacht die nu vermeld wordt, houdt op bij een opmerking over de hoeveelheid jachtgeweren.
Van Cornelis Star Lichtenvoort weten we bijvoorbeeld dat hij regelmatig op jacht ging. In de beschrijving van de inboedel staat daarom ook de hoeveelheid jachtgeweren vermeld die hij bewaarde op zolder.
Aan het begin van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden verschijnen er allerlei artikelen over de slavernij en de sporen daarvan die overal in het land te vinden zijn. Zo komt ook het verhaal van Louis Alons weer in het Dagblad van het Noorden. Hieronder volgt een greep uit de vragen die er opkomen na het lezen van dit artikel.

Sappemeer, omstreeks 1768. Luitenant-kolonel Wilhelmus Lichtenvoort is sinds het overlijden van zijn vrouw Reynouw alleen achtergebleven op de veenborg Welgelegen, in de buurtschap Kleinemeer bij Sappemeer. Maar voor een man alleen is de ruime borg met weelderige siertuin aan de grote kant.
Voor een man alleen is Welgelegen inderdaad wel groot. Maar was Wilhelmus Lichtenvoort wel alleen na het overlijden van zijn vrouw Reynouw?
In 1754 werd een dochter geboren van Wilhelmus Lichtenvoort en Reynouw Gesina Star: Maria Margareta. Bij het overlijden van Reynouw (in november 1763) was zij dus 9 jaar oud. Wilhelmus en Reynouw kregen een zoon Onno in 1761. Hij was nog maar twee jaar oud bij het overlijden van zijn moeder. Een luitenant-kolonel als Wilhelmus Lichtenvoort zal echt niet zelf de verzorging van zulke kinderen op zich genomen hebben, daar zal hij personeel voor gehad hebben. Maar hij was dus niet alleen op Welgelegen.

Het paar kiest het ruime sop en maakt in 1768 van Welgelegen een nieuw thuis.
Niet helemaal. Cornelis Star Lichtenvoort en Maria Kock vertrokken in oktober 1766 van Curaçao en kwamen na een kort verblijf in Amsterdam begin 1767 al aan in Kleinemeer.

In de Groningse tak van de WIC werd flink geïnvesteerd. Niet alleen door de stad, maar ook door het provinciebestuur, de Ommelanden en door particuliere Groningers. Zij belegden hun geld net zo makkelijk in de slavernij als in bijvoorbeeld de turfwinning in de Veenkoloniën, vertelt Jongsma, terwijl hij met zijn gezicht naar veenborg Welgelegen gekeerd staat. Met het daarmee verdiende geld werden landgoederen in de buitengebieden gekocht of gebouwd. „Zoals mensen nu in het Gooi wonen”, zegt Jongsma.
Onwaar is het niet. Maar hiermee insinueert Jongsma wel dat het bezit van een borg als Welgelegen te maken heeft met de slavernij. En dat is niet zo. Wilhelmus Lichtenvoort had de borg al vele jaren in zijn bezit, en hij heeft als luitenant-kolonel niets met slavernij te maken gehad.

Het is niet bekend waarom de familie Star Lichtenvoort juist Louis Alons, hun Curaçaose bediende, en zijn moeder en zusje meebrachten naar Nederland. Vermoedelijk waren zij op Curaçao de huisslaven van de familie. Portretten van hen zijn er niet, we weten dus niet hoe ze eruitzagen. Wel weten historici dat zijn zusje, wiens naam onbekend is, en moeder Sambo na verloop van tijd terugkeerden naar Curaçao. Het is niet duidelijk waarom Louis wel in Sappemeer bleef.
Van het zusje van Louis Alons is wel een naam bekend: ze heette Anna. Van moeder Sambo is bekend dat zij ‘de koude niet wel kon verdragen’, en Cornelis Star Lichtenvoort had daarom niet zo veel aan haar. Louis zou op provisiebasis in Sappemeer blijven.

Of Alons volledig vrij was in Sappemeer, betwijfelt Jongsma. Alons werd immers geboren in slavernij. „Deze mensen waren natuurlijk erg afhankelijk van hun eigenaar.”
Maar Cornelis Star Lichtenvoort was in Sappemeer natuurlijk geen eigenaar meer van Louis Alons en zijn moeder. Bovendien waren alle arbeiders in die jaren erg afhankelijk van hun baas.
Vergeet ook niet dat een zoon van Louis Alons het geschopt heeft tot hoedenmaker. Dat is geen beroep dat binnen bereik ligt van een eenvoudige arbeiderszoon. Het lijkt er meer op dat Cornelis Star Lichtenvoort aan Louis Alons en zijn familie volop kansen heeft gegeven.

Dit artikel in het Dagblad van het Noorden illustreert maar weer eens, dat details soms binnen handbereik liggen, en dat die details een heel ander licht op de zaak kunnen werpen. Maar dan moet je af en toe even wat beter zoeken.

 
 

© 2003-2024   Stichting Familiehistorie Westera Wilkens
Terug naar de inhoud