de Verhalen
behorend bij de Kwartierstaat Wilkens
De nieuwe bediende van de Universiteitsbibliotheek in 1917 heette
Gerrit Vestering. In 1942 vierde hij zijn 25-jarig jubileum, en over de viering
daarvan is nog wel wat in de archieven te vinden.
Het lijkt op het eerste gezicht misschien een zwaar beroep, dat van turfdrager. Je zou ook niet verwachten dat je er vermogend van wordt, maar in de Kwartierstaat Wilkens komt toch een turfdrager voor die een drietal huizen aan zijn erfgenamen wou nalaten.
We hebben het hier over de Amsterdammer Hendrick Hendrickse Vesterinck.
Op het eerste gezicht lijkt er over de jong overleden Johanna Alida Vestering niet erg veel te vinden in de archieven. Wie iets verder kijkt, stuit nog wel op wat rariteiten.
Voor 1820 woonden er meerdere generaties Vestering in Amsterdam. Over deze Vesteringen werden vele aktes geschreven. Na ongeveer 1820 woonden er meerdere generaties Vestering in provincie en stad Groningen. Een overzicht van al die Vesteringen in 'Uut Amsterdam'.
Tegenwoordig is een berichtje gauw verstuurd.
Er is echter een tijd geweest dat de aankondiging van een huwelijk voor de familie aan de andere kant van het land, gebeurde met een advertentie in een nieuwsblad.
Jan Johannes Mihl was geruime tijd 'afwezig'. Koning Willem III moest zich ermee bemoeien om hem weer naar huis te laten terugkeren.
Ulfert Wilkens was
niet alleen schoenmaker, maar ook raadslid. Hij werd in 1925 geschorst, maar
een gedeputeerde nam het voor hem op.
Jantje Kampinga was al op jonge leeftijd weduwe geworden, en opnieuw getrouwd met de gescheiden Harm Perdon. Maar al gauw na dit huwelijk kreeg Harm Perdon een ongeluk op zijn werk.
Diep verborgen in de archieven zijn de voorouders uit de Kwartierstaat Wilkens terug te vinden. Zoals in een akte van een publieke verkoping waarbij Remt Pieters Wold ineens opduikt.
De weduwe Jantje Kampinga trouwde in 1902 met de pas gescheiden Harm Perdon.
Deze Harm Perdon was getrouwd geweest met Trijntje Smit, en zij hadden dezelfde grootouders.
